Ongekend Onrecht, zo heet het rapport van de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag. Er komt een onthutsend en beschamend beeld uit naar voren van hoe (een deel van) onze publieke sector werkt. Het is de overtreffende trap van wat al bleek uit de stroom van publicaties in de media en eerdere onderzoeksrapporten, zoals van de ombudsman in 2017.

Het schandaal van de kinderopvangtoeslag leert ons, met hulp uit onverwachte hoek, ook een ongekend belangrijke les. En die is niet alleen belangrijk voor de publieke sector, maar ook voor andere not-for-profit-organisaties en bedrijven. Daarover gaat dit artikel.

Falen is mensenwerk

De rechtsstaat heeft gefaald, is de vernietigende constatering van de parlementaire commissie. Dat klinkt misschien wat abstract, maar het is gewoon de optelsom van wat individuele mensen doen. Het zijn bewindslieden en ambtenaren van de ministeries van Financiën, Sociale Zaken & Werkgelegenheid, en Algemene Zaken die niet op de rem hebben getrapt toen - vele jaren geleden al! - bleek welke desastreuze gevolgen de keiharde uitvoeringspraktijk had voor de betreffende ouders. Het zijn staatsraden en medewerkers van de afdeling rechtspraak van de Raad van State die dit alles hebben gedekt. En ambtenaren en bewindslieden hebben de Tweede Kamer, de ouders en de pers stelselmatig onjuist en onvolledig geïnformeerd, zelfs lopende het parlementaire onderzoek.

Maar ervan uitgaande dat de meeste mensen deugen, is het niet erg waarschijnlijk dat uitgerekend alle betrokkenen in de toeslagenaffaire tot de minderheid behoren van mensen die niet deugen. De toeslagenaffaire is waarschijnlijk niet veroorzaakt door slechte individuen, maar door een ‘systeem’ dat niet deugt.

Hiërarchie van waarden

Een cruciaal aspect van ieder ‘systeem’ zijn de heersende waarden. Waarden zijn opvattingen over wat wenselijk is. Een waarde krijgt zijn betekenis mede in de relatie tot andere waarden: de ene waarde gaat boven de andere. Het geheel daarvan kan je zien als een hiërarchie van waarden.

Het schandaal van de kinderopvangtoeslag is voor een groot deel veroorzaakt door een niet deugende hiërarchie van waarden.

Bijvoorbeeld loyaliteit aan het eigen departement woog klaarblijkelijk zwaarder dan loyaliteit aan artikel 68 van de Grondwet, waarin de inlichtingenplicht van bewindslieden is vastgelegd. Of bestrijding van (vermeende) fraude ging boven de bescherming van bestaanszekerheid van burgers.

Warrens wijsheid

Hoe een hiërarchie van waarden eruitziet die wel deugt, kunnen we notabene zien in de marktsector, bij een van de grootste bedrijven ter wereld: Berkshire Hathaway, het bedrijf van Warren Buffet. Berkshire is een conglomeraat van vele bedrijven, met bij elkaar zo’n 400.000 werknemers.

Buffet is ervan overtuigd dat het twintig jaar duurt om een ​​reputatie op te bouwen en vijf minuten om deze te verpesten.

Daarom zegt hij het volgende tegen de directeuren van de Berkshire-bedrijven:

”We kunnen het ons veroorloven om geld te verliezen - zelfs veel geld. Maar we kunnen het ons niet veroorloven om onze reputatie te verliezen, zelfs niet een stukje reputatie.”

Natuurlijk wil Buffet geld verdienen - hij is niet voor niets een van de rijkste mensen van de wereld - maar niet ten koste van de reputatie van het bedrijf. Zie hier een volstrekt transparante en integere hiërarchie van waarden: reputatie is de hoogste waarde en gaat dus boven geld verdienen.

Bovendien maakt Buffet heel concreet wat hij onder reputatie verstaat:

“We moeten elke daad blijven toetsen, niet alleen aan wat legaal is, maar ook aan datgene waarover we graag geschreven zouden zien worden in een artikel van een onvriendelijke maar intelligente verslaggever op de voorpagina van een landelijke krant.”

Buffet is realistisch genoeg om te weten dat in een groot bedrijf als Berkshire mensen soms verkeerde dingen doen. Daarom vraagt hij zijn directeuren ook om er bovenop te zitten zo gauw er iets gebeurt dat ook maar de kleinste schijn van ongepastheid heeft. “We can’t be perfect but we can try to be.”

Reputatie als topprioriteit ...

Als reputatie, volgens de definitie van Warren Buffet, bij de kinderopvangtoeslag leidend was geweest, dan had zich nooit het drama kunnen voltrekken in de omvang waarvan we nu getuige zijn.

Laat daarom vanaf nu iedere bewindspersoon en ambtenaar die op het punt staat een besluit te nemen, de volgende twee vragen expliciet beantwoorden:

  1. Houd ik mij aan de wet, zowel naar letter als geest?
  2. Zou ik dit besluit ook nemen als ik wist dat een zeer intelligente, kritische en vasthoudende journalist er een artikel over gaat schrijven voor een landelijke krant en/of reportage over gaat maken voor een landelijke tv-zender? Denk bijvoorbeeld aan journalisten zoals Pieter Klein (RTL) en Jan Kleinnijenhuis (Trouw), die de toeslagenaffaire aan het licht hebben gebracht.

Indien het antwoord op beide vragen niet volmondig ‘ja’ is, dan is er alle reden om het besluit te heroverwegen.

En tegen de politieke en ambtelijke leiding in het bijzonder zou ik willen zeggen: wees alert op zelfs het zwakste signaal dat medewerkers iets doen dat zou kunnen leiden tot reputatieverlies. Niet de reputatie van de dienst of het departement, maar van de overheid als geheel en de rechtsstaat.

... van elke organisatie

Mijn stelling is dat reputatie, in de definitie van Warren Buffet, de topprioriteit zou moeten zijn van elke organisatie, ongeacht of het een bedrijf of een not-for-profit organisatie is.

Eens of oneens?

Wil je mijn blog voortaan als nieuwsbrief in je e-mail ontvangen? Klik op deze link. 

Door hiernaast op akkoord te klikken of door gebruik te blijven maken van deze website, geef je toestemming voor het plaatsen van cookies bij bezoek aan deze website. Meer weten over deze cookies, of wil je de cookie-instellingen voor deze website wijzigen? Klik dan hiernaast op meer informatie